De sociale zekerheid is relatief verwaarloosd als een onderwerp van academisch onderzoek (ILO, 1984). Ook in Griekenland is op dit gebied niet veel onderzoek gedaan. De enkele boeken over sociale zekerheid in Griekenland waarnaar in de Griekse bibliografie wordt verwezen, verwijzen naar beperkte tijdsperioden en thema’s, voornamelijk vóór de periode in de jaren 1930, en het grootste deel van hun inhoud is gewijd aan theoretische aspecten van de sociale zekerheid.
De reden is duidelijk. Historisch onderzoek is moeizaam en soms onmogelijk, omdat beschikbare statistieken – vooral vóór 1950 – onsamenhangend en controversieel zijn. De meeste openbare registers over de periode vóór 1950 werden vernietigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende burgeroorlog.
In dit verband werden voornamelijk parlementaire documenten gebruikt – op het moment dat de essentiële sociale wetten werden aangenomen – en artikelen uit de pers die het beeld van de tijd weergeven en afkomstig zijn uit kranten die zowel de regering als de oppositie ondersteunen. Er is dus geen poging gedaan om de belangrijkste factoren te analyseren die hebben geleid tot mijlpalen in de ontwikkeling van de sociale zekerheid in Griekenland in de turbulente periode tussen 1920 en 1990.
De ontwikkeling van honderden verschillende sociale zekerheidsstelsels en het gebrek aan betrouwbare informatie maken een compleet verhaal bijna onmogelijk. De oriëntatiepunten worden geselecteerd op basis van hun impact op de dekking van de bevolking en de principes die ze hebben gedefinieerd. De eerste sociale verzekering van de staat werd geïntroduceerd in 1922, gevolgd door het sociale zekerheidsfonds Idruma Koinonikon Asphaliseon (IKA) in 1934 – het verplichte systeem voor werknemers en werknemers in stedelijke gebieden.
In de naoorlogse periode werden wanhopige inspanningen gedaan om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende burgeroorlog sociale steun te bieden. Een poging om IKA te reorganiseren mislukte in 1951. Agrarische sociale zekerheid werd opgericht in 1961.
De repressieve hervorming van de sociale zekerheid van 1990 probeerde uiteindelijk het sociale beleid van de jaren 1960, 1970 en 1980 te corrigeren. De aard van het Griekse sociale zekerheidsstelsel is uniek – een mozaïek van bijna vierhonderd sociale zekerheidsfondsen – dat enorme ongelijkheden, inconsistenties en inefficiënties reproduceert. Bovendien bereikte het ‘systeem’ eind jaren tachtig een financiële patstelling en bedreigde het land zelf met een faillissement.
De gebrekkige ontwikkeling van het socialezekerheidsstelsel weerspiegelt de onverantwoordelijkheid, besluiteloosheid en opportunisme van de Griekse politiek, die niet in die mate aanwezig waren in andere Europese landen. Het blijkt dat het sociale zekerheidsmodel in Griekenland beschamend wordt gekenmerkt als een opeenstapeling van politieke omkoping ten gunste van bepaalde sociaal-professionele groepen. Rationele beslissingen zijn nooit genomen.
We kunnen alleen de vele duizenden vondsten van sociale verzekeringsmaatschappijen tonen, en daarmee op basis van ondersteunende documenten, die helaas niet voor mij beschikbaar waren en die bovendien uiterst zeldzaam zijn, deze individuele Griekse sociale zekerheidsfondsen benaderen door alle vondsten in catalogi en lijsten voor verzamelaars te tonen.
Hier enkele voorbeelden van pensioenzegels voor tabakswerkers uit de jaren ’30:
Lijst van relevante afkortingen
T.b.v. deze serie artikelen over deze Griekse zegels hierbij een lijst met relevante afkortingen:
ADEDY: Trade Union of Public Servants
ATE: Agricultural Bank of Greece
CPI: Consumer’s Price Index
DEI: Public Electricity Company
EAM: National Liberation Front
EAP: Committee for the Refugees Restoration
EDA: Greek Democratic Left Party
EDES: National Republican Greek League
EEC: European Economic Community
ELAS: National Popular Liberation Army
EPPA: Greek War Provisions
ERE: National Radical Union
ESY: National Health Service
ETVA: Bank of Industrial Development
GCGL: General Confederation of Greek Labour (in Greek GSEE)
GDP: Gross Domestic Product
GENOP-DEI: Electricity Employees’ Trade Union
GNP: Cross National Product
GP: General Practitioners
GRC: Greek Red Cross
GSEVEE: Greek General Federation of Professional Manufacturers and Merchants
IKA: Social Insurance Organization
ILO: International Labour Office
KYP: Central Intelligence Service
MP: Member of Parliament NAT: Seamen’s
Insurance Fund NBS: National Blood Service
NHS: National Health Service
OAAA: Employment and Unemployment Organization (later O.A.E.D.)
OECD: Organization of Economic Countries Development
OGA: Agricultural Insurance Organization
OTE: Greek Telecommunications Company
OTOE: Trade Union of Bank Employees
PASOK: Pan-Hellenic Socialist Party
PIKPA: National Rehabilitation Centre of Handicapped Children
SEV: Association of Greek Industrialists
TAE: Traders’ Insurance Fund
TEVE: Professionals and Handicraftsmen Insurance Fund
TSA: Drivers’ Pension Fund
UNRRA: United Nations Relief and Rehabilitation Administration
WHO: World Health Organization
Bron: Wolfgang Morscheck, Bad Säckingen, en Gunter Wagner, Filderstadt (beiden Duitsland).