Voor de oudste vermeldingen van Doetinchem moeten we terug naar 838 met de naam “Duetinghem”voor een villa als nederzetting met een kerk. Daarna ontstond de versterkte stad genaamd “Deutinkem” met een kerk als geschenk aan de toemalige bisschop van Utrecht. Andere naamsvarianten die nu nog in de volksmond nog wel eens worden gebruikt zijn Duttichem, Duichingen, Dotekom en met name Deutekom. Na 1100 werd er een stadsmuur gebouwd om plunderaars te weren en in 1236 kreeg Doetinchem stadsrechten van Graaf Otto II van Gelre. Verder werden toen de stadsmuren met een meter opgehoogd en de 4 slagbomen vervangen voor stadspoorten; genaamd Hamburgerpoort; de Waterpoort; de Gruitpoort en de Hezenpoort. De namen zijn vandaag de dag nog in Doetinchem terug te vinden.
Later werden er grachten omheen gegraven etc. Het Simonsplein werd tot WO II de handelsplaats voor boeren die kun koopwaar wilden verhandelen. Over de middeleeuwen is niet veel bekend vanwege een grote stadsbrand in 1527 die alle gegevens over Doetinchem hebben vernietigd. In 1672 werd de stadsmuur grotendeels afgebroken en in de 2e helft van de 19e eeuw verdwenen de poorten en een groot deel van de stadswal.
In 1945 werd Doetinchem per abuis door de Britten gebombardeerd omdat ze het aanzagen voor Anholt en Isselburg. Het stadshart werd zwaar beschadigd maar niet vernietigd. Na de oorlog ontwikkelde Doetinchem zich tot een gemeente met een regiofunctie. De laatste jaren werd er veel woningbouw gepleegd en groeide het verder door in 2005 samen te gaan met Wehl en het natuurgebied de Zelhemse Broek. Ook voor bedrijven en instanties heeft Doetinchem een interessante ligging met kantoren van o.a. de NUON ; het waterschap RIJN en IJSSEL en het waterbedrijf Vitens. Op sportgebied is voetbalvereniging De Graafschap onlosmakelijk verbonden met Doetinchem en volleybalvereniging ORION speelt ook in de hoogste regionen van Nederland mee.
Het gemeentewapen is op 15 december 1920 ontstaan na de samenvoeging van Ambt Doetinchem en Stad Doetinchem en draagt de officiële omschrijving: “In azuur een dubbelstaartige gekroonde leeuw van goud, getongd en genageld van keel, vergezeld van 3 mispelbloemen van zilver. Het schild gedekt met eene vijfbladerige kroon van goud.”
Zowel de leeuw als de 3 mispels zijn afkomstig van de wapens van de Graven van Gelre. Het begon in de 13e eeuw met het stadszegel van de H. Catharina, gekroond, staande, met in de rechterhand een palmtak en steunende op een driekantig schild, beladen met 3 mispels, tenslotte nog links van haar het woord Katharina. Na nog een mutatie in de 14e eeuw is het huidige wapen af te leiden van een voorstelling uit de eerste helft van de 15e eeuw. De H. Catharina werd toen nog met een schildje voor zich afgebeeld waarop een leeuw en 3 mispels op staan. Na de reformatie wordt alleen het wapen met de leeuw en mispels gebruikt.
De mispels waren het wapen van de graven van gelre tot 1300. Na de benoeming tot hertog werd het wapen gewijzigd in een leeuw. De stad voerde eerst alleen de mispels als teken van onderhorigheid aan Gelre. Het is mogelijk dat de stad de mispels als eigen symbool zagen. Toen de graven overgingen op een wapen met een leeuw, heeft de stad daar de mispels aan toegevoegd. Varianten met een omgewende leeuw en/of een enkelstaartige leeuw zijn daarna en door de gemeente Stad Doetinchem (tot 1920) nog gebruikt te zijn.
Qua legeszegels is Doetinchem een lastig gebied. Zegels van voor 1945 komen weinig voor en data van gebruik zijn alleen te herleiden als er nog een stuk document is waar dit op staat vermeld. Ook de typeindeling is voor de oudste modellen nog een mysterie. De Groene 40c lijkt mij de oudste zegel en uit beginjaren ’20. Gezien de overeenkomsten die in beginsel met Winterswijk zijn te trekken zou ik de rode 25c vanaf ca. 1925 rekenen. De rozerode 5c is gezien de stijl door drukkerij Samson vervaardigd rond ca. 1934. De eerste 2 series liepen tot tenminste f 2,50. Van de Samson uitgave reken ik op waarden tot en met f 25,-.
Tot zover!