De stad waar ik zelf vandaan kom is rond het jaar 1000 gesticht nabij de monding van de Linge in de Merwede. Gorinchem is gevormd uit de woorden Gorinks Heem, d.w.z. de woonplaats van de Goringa waarvan de inwoners Goro werden genoemd. Gorinchem werd voor de eerste keer genoemd in een document uit 1224 waarin Floris IV de Gorcumers de tolvrijdom in het gehele graafschap Holland bevestigt. Tussen 1247 en 1267 kwam Gorinchem en omgeving in het bezit van de Heren van Arkel. Deze huisden o.a. in Slot Loevestein.
Aan het eind van de 13e eeuw werden rond de nederzetting wallen opgeworpen die versterkt waren met palissaden, dit in een poging zich te beschermen tegen de overheersing van de buurstaten Holland en Gelre. Halverwege de 14e eeuw werden de wallen verder versterkt met stenen muren waar 7 poorten in zaten en 23 torens waardoor een echte stadswal ontstond. In 1382 verleende Otto van Arkel stadsrechten aan Gorinchem. In 1417 werd Gorinchem definitief door de graven van Holland ingelijfd. Door de aansluiting bij Holland bloeide de handel op en Gorinchem groeide uit tot de achtste stad van Holland.
Aan het begin van de Tachtigjarige oorlog werd Gorinchem uit Spaanse handen bevrijd op 26 juni 1572 toen het werd ingenomen door de Watergeuzen en Willem van Oranje. In diezelfde periode ging de hervorming Gorinchem niet zonder slag of stoot voorbij. In 1566 werd de eerste protestantse kerkdienst gehouden. Zes jaar later, op 9 juli 1572, namen de calvinistische Watergeuzen 19 rooms katholieke priesters en broeders gevangen en voerden hen weg naar Den Briel (Brielle) waar zij in een turfschuur buiten de stadskern werden opgehangen. Deze geestelijken werden bekend als de Martelaren van Gorcum. In het Gorcums museum hangt een schilderij ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis.
Gorinchem heeft in de 16e eeuw nog een munthuis gehad. Afgezien van een gouden Rozenobel en een duit werden er voornamelijk munten in opdracht geslagen door adel in ballingschap. De munten waren van lagere gehalten en de munt van Dordrecht herhaalde meermalen met deze activiteiten te stoppen. Uiteindelijk is de munt door ingrijpen van de Staat in 1591 gesloten.
Aan het eind van de 16e eeuw waren de stadsmuren zo verzwakt dat zij werden vervangen door een nieuwe vestingwal met elf bastions. De nieuwe wal werd in 1609 afgerond en lag een stuk verder uit het centrum waardoor de stad tweemaal zo groot werd. Deze wal is nog bijna volledig intact. De vestingwal had vier stadspoorten: ten noorden de Arkelpoort, ten oosten de Dalempoort, ten zuiden de Waterpoort (waar men met de pont naar Woudrichem kan) en ten westen de Kanselpoort. Van de vier stadspoorten is alleen de Dalempoort nog over. De andere drie zijn in de 19e eeuw afgebroken om het toegenomen verkeer doorgang te verlenen. Een gedeelte van de Waterpoort bleef bewaard en is opgebouwd in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam. In 1673 werd Gorinchem opgenomen in de (oude) Hollandse Waterlinie. Gorinchem stond eeuwen bekend om zijn positie als tolstad. De tolheffing werd steeds verpacht voor een aantal jaren. Ook is Gorinchem in de 18e eeuw een poosje Gelders gebied geweest.
Na een bloeiperiode in de Gouden Eeuw kwam in de 18e eeuw de teruggang. Aan het eind van de Franse overheersing werd de stad ook nog zwaar beschadigd door beschietingen toen de terugtrekkende Franse troepen zich in de vesting verschansten en de stad zich pas overgaf na drie maanden belegering. In de 19e eeuw krabbelde Gorinchem weer uit het dal door de opkomst van de industrie. De ontwikkeling van de stoommachine gaf de scheepvaart en het treinverkeer een impuls. De bereikbaarheid van de stad werd verbeterd door de aanleg van kanalen en een spoorweg.
De rol van de vestingwerken was begin 20e eeuw uitgespeeld. Begin 20e eeuw begon de uitbreiding buiten de stadswallen met de Lingewijk , waar o.a. De Vries Robbe ; de melkfabriek (tegenwoordig PURAC met het grootste marktaandeel van melkzuur en –producten in de wereld) en West waar oa. Damen Shipyards zit. Meerdere wijken volgden en nu wordt er op Oost bij Dalem veel gebouwd. In 1986 werd Dalem door de gemeentelijke herindeling aan Gorinchem toegevoegd. Tegenwoordig zijn o.a. de oude jachthaven, de filemeldingen op het rijksweg-knooppunt en o.a de evenementenhal voor bedrijven die Gorinchem bekend houden.
Het gemeentewapen heeft volgens de site van de NGW de volgende beschrijving, die in 1816 bij de Hoge raad van Adel is ingediend: “Van goud beladen met een poort met 2 torens, alles van keel, gedakt van lazuur en op dezelve 4 vanen van keel, en pointe een schild van zilver waarop 2 gebretesseerde en contragebretesseerde fascen van keel, het schild gedekt met eene kroon met 3 fleurons en vastgehouden door 2 klimmende leeuwen, alles van goud.” In 1982 kwam daar de spreuk onder: “FORTES CREANTUR FORTIBUS”.
Hoewel het een redelijk grote plaats is, zijn er niet zo gek veel zegels bekend. Ik heb alleen enkele zegels en een enkel documentje: