De tabakswet van 6 mei 1921, Staatsblad no. 712, bestaat dit jaar honderd jaar. Deze wet is er bepaald niet zonder slag of stoot gekomen. Wie gaat zoeken op Delpher (digitaal kranten- en tijdschriftenarchief) over de jaren 1920-1923 vindt er zo’n vijfduizend artikelen, berichten en advertenties over. En dat is dan nog met behulp van alleen dat éne woord ‘tabakswet’. De oorzaak van deze beroering in de media was de veelomvattendheid van de wetgeving. Hoewel het bij de wetgever in essentie ging om de invoering van een tabaksaccijns moest een heel grote en tot dat moment nog volledig geliberaliseerde sector minutieus gereglementeerd en onder controle gebracht worden.
Zo moesten bijvoorbeeld duizenden thuiswerkers in de tabak (sigaren rollen) hun werk opgeven en in fabrieken gaan werken. Ook moesten duizenden ambtenaren worden aangenomen voor het papierwerk, heffing, inning, controle en toezicht. Daarnaast mochten fabrieken en sigarenwinkels alleen nog met vergunningen werken, en ga zo maar door. Een massieve operatie derhalve die ongekend diep in de sector doordrong. De weerstand in de sector was dan ook enorm, wat gepaard ging met demonstraties en veel protest, ook binnen de politiek en ambtenarij. Alleen een paar grote fabrikanten vonden het wel best, want die zagen een veelheid aan kleine concurrenten opgedoekt worden.